Op dinsdag 2 april was Howard Rheingold te gast voor een keynote en College Tour op de Universiteit van Utrecht. Rheingold geldt als één van de godfathers van het Amerikaanse denken over mediawijsheid, dus het was een unieke kans om hem in Nederland te ontmoeten. Hij sprak over de verschillende competenties die kinderen en volwassenen tegenwoordig zouden moeten bezitten om online actief te kunnen participeren. Hij sprak ook over zijn boek Net Smart: How to Thrive Online, waarin deze vaardigheden nader worden besproken. Ik was erbij en deed verslag.
De bijeenkomst werd georganiseerd door Mediawijzer.net in samenwerking met de Master Nieuwe Media en Digitale Cultuur en het onderzoeksprogramma Cultures and Identities van de Universiteit Utrecht.
Leren zwemmen in sociale media
Rheingold begon zijn keynote met de vergelijking tussen het gebruik van sociale media en leren zwemmen: “Als je bezorgd bent dat sociale media van ons oppervlakkige mensen maakt, waarom leren we elkaar niet om te leren zwemmen in dieper water?” Je kunt jezelf afvragen of Google ons dommer maakt, of Facebook aan de haal gaat met onze privacy en of Twitter onze aandachtsspanne verkort. Dit zijn volgens Rheingold op zich prima vragen, maar hij onderzoekt liever hoe we deze online media slimmer, menselijker en bewuster kunnen inzetten.
Zijn boek Net Smart bevat Rheingolds 30 jaar aan ervaring met de online wereld en wat hij van andere experts op het gebied van mediawijsheid heeft geleerd. Hij benoemt in zijn boek 5 competenties, waarbij hij aangeeft dat deze competenties net zo belangrijk zijn als het vormen van online community’s.
[extra] Nu kun je de keynote ook online bekijken. Ga er even voor zitten, het duurt ruim 1 uur.
De volgende 5 competenties heb je volgens Rheingold nodig om online volwaardig te kunnen meedoen:
- Aandacht
- Participatie
- Samenwerking
- Onzin detectie (crap detection)
- Kennis van netwerken
Aandacht
Rheingold ziet aandacht als een belangrijke bouwsteen van nadenken en communiceren en zo als onderdeel van de andere competenties. Schermen van tv’s, computers en telefoons zijn aandachtsmagneten. Rheingold geeft bijvoorbeeld aan dat 1 op de 6 Amerikanen toegeeft wel eens ergens tegenaan te zijn gebotst terwijl ze aan het sms’en waren. Het viel hem ook op dat hij tegenwoordig in collegezalen niet de gezichten van studenten ziet, maar eerder de achterkant van hun laptops.
Terwijl dit veel leraren (en ook de media) zorgen baart, deed Rheingold een experiment en kwam erachter dat een student, die tijdens de les achtergrondinformatie opzocht en ook nog even zijn e-mail checkte, juist één van de best presterende studenten van zijn klas was. Rheingold stelt vast dat ongeveer 10% van de mensen daadwerkelijk kan multitasken en zich prima kan concentreren. Het overgrote deel van de mensen kan dit echter niet en raakt afgeleid.
Daarom richt Rheingold zich op de term ‘aandacht’ en met name op mindfulness en metacognition. Je moet leren bewust te zijn waar je je aandacht op richt. Ook benoemt hij de term infotention, waarbij je jezelf aanleert hoe je kunt zoeken, informatie scannen en filteren – en met name wanneer je dat bewust niet doet. Hij legt het bewustzijn van je aandacht bij je eigen verantwoordelijkheid, je moet zelf prioriteiten leren stellen.
Onzin detectie (oftewel kritisch mediabewustzijn)
Eigenlijk weten we het allemaal: niet alles op internet is te vertrouwen. Rheingold deelde een aantal voorbeelden van Engelstalige websites die de waarheid lijken te vertellen, maar waar toch wat meer achter blijkt te zitten. Daarom geeft Rheingold aan volwassenen een aantal tips die ze ook op kinderen zouden moeten overbrengen:
- Doe geen aannames. Denk als een detective/journalist.
- Zoek om te leren. Kijk verder dan de eerste zoekresultaten en gebruik meerdere zoekmachines. Zoek naar de auteurs van de websites en artikelen en zoek op hun naam.
- Zoek 3 verschillende bronnen die blijk geven van de betrouwbaarheid van de informatie.
- Als niemand in jouw netwerk je irriteert, dan zit je in een ‘echo kamer’, oftewel dan heb je jouw eigen filter bubble gecreëerd. Volg ook bronnen waar je het niet altijd mee eens bent, maar die wel gelijk kunnen hebben. Zo krijg je meer informatie uit verschillende hoeken.
Participatie
We zouden niet over het web kunnen praten als er geen participatie was. Als je weet hoe je kunt participeren, dan heb je macht. Rheingold gaf voorbeelden als Mark Zuckerberg en de oprichters van Google: jongens die weten hoe ze kunnen programmeren en het internet kunnen inzetten om hun doelen te bereiken. Maar hij gaf ook voorbeelden van bloggers en activisten die het internet weten in te zetten om actie te voeren. Het is belangrijk om te weten hoe je kunt participeren en hoe je invloed kunt uitoefenen. Elke vorm van participatie – van kunnen lezen tot aan het leiden van community’s – is volgens Rheingold belangrijk en heeft invloed.
Rheingold ziet curatie als onderdeel van participatie. Curatie is bijvoorbeeld het taggen en bookmarken van online informatie, zodat het waardevol wordt voor jezelf en ook voor anderen. Het maakt de overvloed aan informatie beter filterbaar en haalt de kwalitatief goede informatie naar boven. Rheingold geeft experts de tip om online informatie te cureren waarvan jij als expert gezien wilt worden. Je vergroot daarmee de kwaliteit van online informatie en je toont tegelijkertijd jouw expertise. Vergeet niet om goed te checken of de informatie die je deelt klopt!
Samenwerking
Online samenwerking kan gaan om met elkaar communiceren en het delen van informatie tot aan het vormen van groepen met een gedeeld doel, zoals het maken van Wikipedia, het samen leren of het vormen van een protest.
Kennis van netwerken
De laatste vaardigheid die Rheingold beschrijft is het begrijpen van hoe netwerken werken. Zo zijn zowel strong ties (zoals vrienden en familie) als weak ties (bijvoorbeeld LinkedIn-vrienden) belangrijk. Een divers netwerk is slimmer dan een netwerk dat alleen maar uit experts uit een bepaald veld bestaat. Het is dus belangrijk om de netwerken te begrijpen en gericht te kunnen inzetten.
Je eigen mediawijsheid up-to-date houden
Rheingold sluit zijn presentatie af met een interessante zin: “Don’t try to keep up with the technologies, keep up with the literacies.” Volgens hem draait het om het verdelen van onze aandacht, het kritisch denken over de informatie die we vinden, begrip van het effect dat ons mediagebruik op onszelf, onze relaties en onze maatschappij heeft. Als je bij wilt blijven, probeer dan niet up-to-date te blijven met de technologieën, maar hou je eigen mediawijsheid voortdurend up-to-date.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten